HSP Hoogsensitief zijn is geen ziekte of enge aandoening, het is jouw geboorterecht en een bijzondere gave. Jij bent jij met al jouw schitterende kwaliteiten en bijzonderheden. De nieuwe maatschappij heeft juist jou nodig! Hooggevoeligheid is een karaktereigenschap die positief ingezet kan worden. Sta op en ga in je eigen Kracht en Licht staan, het wacht op jou!

  

Een hooggevoelig persoon (Highly Sensitive Person, HSP) is iemand die gevoeliger is voor indrukken en subtieler nuances waarneemt dan gemiddeld. Elk moment van de dag doen we indrukken op, via onze zintuigen, horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Een HSP doet dat intenser dan gemiddeld.

Hooggevoeligheid is een karaktereigenschap die positief ingezet kan worden. Door hoog- gevoeligheid kun je bijvoorbeeld sneller gevaren signaleren, in de gaten hebben dat iemand liegt, kleine nuanceverschillen waarnemen, intenser genieten van kunst of muziek en beter concentreren. Hooggevoelige personen zijn vaak gewetensvolle, harde werkers, begaan met anderen, vredezoekers en denken vaak diep na over het leven.

 

Zoals alle karaktereigenschappen heeft ook hooggevoeligheid valkuilen. Valkuilen kunnen bijvoorbeeld zijn: te hard werken (overwerken), te zorgzaam zijn voor anderen (en te weinig voor jezelf), te perfectionistisch zijn, overladen voelen door indrukken en bang zijn om fouten te maken.

Algemene Eigenschappen van een hooggevoelig persoon:

 

  • Zorgzaam en bewust.

  • Dingen graag tot in de puntjes willen doen.

  • Lichamelijk gevoeliger dan anderen.

  • Regelmatig behoefte aan een rustige omgeving.

  • Het opmerken van meer details en nuances.

  • Stemmingen en emoties van anderen goed aanvoelen.

  • Over veel dingen nadenken, en dingen van verschillende kanten bekijken.

  • Ontroerd kunnen zijn door kunst, natuur of een mooie film.

 

Folder hooggevoeligheid : op aanvraag stuur ik u mijn folder over Hooggevoeligheid graag per post toe.

 

 

REGULIERE GEZONDHEIDSZORG EN HSP DIAGNOSE – EEN LABEL OPGEPLAKT

 

Veel hoogsensitieve mensen met psychische en lichamelijke problemen zullen lang wachten met het zoeken van professionele hulp. Ze proberen zich zo veel mogelijk aan te passen of ze proberen het allemaal zelf op te lossen. Op een gegeven moment komen ze echter in een persoonlijke crisis en lopen ze vast in hun leven. Dan moeten ze wel hulp zoeken, vaak omdat hun partner, vriend of familie aangeeft dat diegene echt in een crisis zit. Dan is het moeilijk de hulp te vinden die zij nodig hebben. De huisarts is dan natuurlijk de eerste aangewezen persoon. Die stelt een voorlopige diagnose (zoals angst, stress of een depressie) en verwijst meestal door naar de reguliere hulpverlener, de psycholoog of psychotherapeut.

De meeste huisartsen zijn niet bekend met het begrip “hoogsensitiviteit” en als ze het kennen doen ze er vrij weinig mee in hun praktijk., omdat ze HSP een te “ te vaag begrip” vinden. Sommige huisartsen zijn wat ruimdenkender en wat sensitiever, maar dat is een echte minderheid. Dit geldt ook voor de meeste psychologen, psychiaters en andere hulpverleners naar wie HSP'ers worden doorverwezen. Hoogsensitiviteit is bij hen geen mogelijke diagnose.

Het gevolg is dan ook dat HSP'ers in de regulier zorg niet onderkend worden in hun hoogsensitiviteit. Dit is erg jammer want het kan cliënten veel inzicht geven en zorgen voor opluchting al ze erkennen dat hun hooggevoeligheid een puur natuurlijke aangeboren gave is. Van nature gevoelig van aard zijn is natuurlijk veel beter dan denken dat je gestoord bent. Zonder dit inzicht geloven zij vaak dat ze zwak zijn of dat zij zich aanstellen. Hoogsensitieve personen met persoonlijke problematiek schamen zich hiervoor en/of voelen zich erg schuldig.

Dit wil niet zeggen dat de reguliere aanpak niet werkt. Ze hebben er juist veel baat bij als ze ook aandacht geven aan de hoogsensitieve kant van de cliënt. De cliënt zal zich hierdoor meer “gezien” en “ gekend ”voelen .

Veel HSP'ers voelen dat ze een deel van zichzelf niet kwijt kunnen in de hulpverlening van de reguliere zorg en gaan verder op zoek. Vaak komt men dan in de alternatieve sector terecht waar men veel meer aandacht heeft voor het hoogsensitieve van de mens. Maar ook de alternatieve kant heeft zijn voor- en nadelen.

 

HOOGSENSITIVITEIT ONDERSCHEIDEN VAN DSM STOORNISSEN

 

Met welke reden  voeg ik deze tekst op mijn site toe?

Veel HSP'ers, kinderen, jeugdigen of volwassen komen door hun vaak medische klachtenpatroon via de huisarts terecht bij de reguliere hulpverlener, de psycholoog of psychotherapeut. Mijn kanttekening is dat je soms zo vastloopt dat de reguliere hulpverlener dringen nodig is, voor een tijd, maar niet voor jaren en jaren achtereen. Hoe geweldig zou het niet zijn als de reguliere gezondheidszorg samen zou werken met de alternatieve. Gelukkig zie ik in mijn eigen omgeving die ontwikkeling wel groeien en ben daar enorm blij mee en dankbaar voor.

Soms zie je dan door de bomen het bos niet meer en maakt onnodig allerlei psychologische tests mee, ellenlange gesprekken, die je maar eens per maand mag houden met jouw hulpverlener en omdat je in die "flow" zit, ga je zelf denken dat je een of andere psychische stoornissen hebt. Ik ken een jong meisje die 7 jaar lang als psychiatrisch ziek werd gezien totdat men in Duitsland ontdekte dat zij de Ziekte van Lime had. Dan ben je wel 7 jaar van je leven kwijt, hebt jarenlang aan de antidepressiva gezeten en intussen de meeste cellen van je lichaam vergiftigd  met chemische middelen. Mijn eigen ervaring is dat ik chemische medicijnen niet kan verdragen, voor de meeste medicijnen een allergie heb en ze toch niet de oorzaak oplossen. Ze leggen alleen een waas over jouw verdriet, jouw angst, jouw eenzaamheid en alle andere emoties die je op dat moment onderdrukt!

 

Vragen die je meeneemt in het lezen van onderstaande uitleg over DSM -5 :

 

  1. Wat vindt je van het feit dat je door de reguliere hulpverlener altijd een label opgeplakt krijgt?

  2. Onderstaande stoornissen en angsten zouden kunnen voorkomen in jouw eigen leven. Noteer op jouw blad welke dit nu (nog) zijn en/of zijn geweest.

  3. Ben je wel eens voor jouw eigen hooggevoeligheid naar een reguliere hulpverlener gegaan en zo ja, was je tevreden met de behandeling, voelde je je “gehoord” en/of was je tevreden met het resultaat?

  4. Heb je voor jouw eigen hooggevoeligheid wel eens gebruik gemaakt van de alternatieve geneeskunde ? Zo ja, was je tevreden met de behandeling,voelde je je “gehoord” en/ of was je tevreden met het resultaat?

Reguliere hulpverleners werken met de DSM-5 = Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen als diagnostiek hulpmiddel. Dit is een overzichtelijk een classificatiesysteem waarmee diagnoses gemakkelijker worden gesteld en vergelijkbaarder worden gemaakt. De nieuwste versie is uit 2013. Psychiaters en psychologen zullen proberen om hun cliënten een label op te plakken omdat daar een bepaald behandelprotocol rechtstreeks uit volgt. Hoogsensitieve mensen die hulp nodig hebben worden net als andere cliënten beoordeeld aan de hand van bepaalde criteria. 

Alle symptomen van de HSP”er worden genoteerd en daaruit volgt dan altijd een psychische stoornis. Want de HSP'er lijft immers onder zijn/haar overgevoeligheid, met teveel prikkels, met teveel mensen om zich heen. Ook zijn er vaak problemen op het werk, in de relatie (om een intieme relatie te krijgen of te houden) , in het gezin, vaak ook qua verdraagzaamheid. Vaak komt de HSP'er dan ook voortijdig in een arbeidsongeschiktheid en soms zelfs in een totale burn-out. Vaak uit de HSP'er zich dan in het terugtrekken uit de maatschappij. Sociale contacten worden vermeden, men gaat minder naar feestjes en andere sociale activiteiten uit angst overprikkeld te raken.

Sommige cliënten hebben inderdaad psychische stoornissen gekregen op den duur omdat zij al jaren en jaren lopen met hun klachten en nergens de juiste hulp vinden die zij nodig hebben. Vaak word vanuit de reguliere hulpverlening medicatie gegeven zoals kalmeringstabletten, slaaptabletten, pijnstillers etcetera.

 

 

DSM V: wat is het?

 

 De DSM-classificatie
De DSM-classificatie behoort tot één van de meest gehanteerde classificatiesystemen ter wereld binnen de psychiatrische aandoeningen. Het systeem is een manier om de belangrijkste, diagnostische bevindingen én bijbehorende conclusies op een rij te zetten. Dit gebeurt aan de hand van onder anderen klinische stoornissen, psychosociale- en omgevingsproblemen, persoonlijkheidsstoornissen, somatische aandoeningen en algehele beoordelingen van het functioneren.

Waar staat DSM voor?
DSM is een afkorting van ‘Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders’. De classificatie functioneert als een statistisch handboek binnen de psychiatrie en is voor het eerst opgesteld in 1952 door de American Psychiatric Association.

Welk doel dient de DSM?
Het doel van de DSM-classificatie was ten tijden van opstellen het aanbrengen van eenheid in de diverse interpretaties van diagnoses. Wilde men goed onderzoek doen naar een bepaalde psychiatrische aandoening, dan was het van belang dat dergelijke aandoeningen op eenzelfde wijze werden geanalyseerd en behandeld. Ter illustratie: een autisme-spectrumstoornis kan op meerdere manieren worden omschreven. De DSM tracht dit verschil in omschrijving terug te brengen tot één specifieke en correct omschreven definitie.

Wat staat er in de DSM-IV?
De DSM-IV werd geïntroduceerd in 1994. Het handboek bestond uit vele classificaties, vaak gebaseerd op syndroomdiagnosen. Classificaties worden meestal op een andere manier vormgegeven: op basis van etiopathogenese en de prognose van het ziektebeeld. Alleen al daarom is de DSM een bijzonder handboek: deze manier van vormgeven gaat namelijk binnen de psychiatrie niet op. De DSM wordt om die reden ook wel omschreven als een handboek met descriptieve classificaties.

Psychosociale problemen worden in de DSM omschreven als negatieve levensgebeurtenissen: moeilijkheden en onvolkomenheden in de omgeving, factoren die stress veroorzaken en het tekort schieten van maatschappelijke steun.

Waarom de DSM-V?
Door de jaren heen zijn er steeds meer exemplaren van de DSM-classificatie geschreven: de DSM-II, de DSM-III en in 1994 de DSM-IV. Deze versie is in 2013 verschenen: april 2014 kwam de Nederlandse vertaling van de DSM-V uit. Een recente wijziging. De ommekeer vindt haar oorsprong bij een eerder transformatie, namelijk die van de DSM-II naar de DSM-III. Deze wijziging resulteerde voor het eerst in de geschiedenis in een boekwerk waarbij de psychiatrische diagnose buiten beschouwing werd gelaten. De DSM-III bestond enkel nog uit omschrijvingen van de symptomen en dit idee is doorgevoerd in alle, daarna verschenen edities.



Welke hoofdstukken vind ik in de DSM-V?

In de DSM-V vind je de volgende hoofdstukken:
– Neuro-ontwikkelingsstoornissen;
– Schizofrenie en psychotische stoornissen;
– Bipolaire stoornissen;
– Depressieve stoornissen;
– Angststoornissen;
– Obsessief-compulsieve stoornissen;
– Dissociatie;
– Trauma- en stressgerelateerde stoornissen;
– Somatische symptoomstoornissen;
– Voeding- en eetstoornissen;
– Eliminatiestoornissen
– Slaap- en waakstoornissen;
– Seksueel disfunctioneren;
– Genderstoornissen;
– Ontwrichtende, impulsbeheersings- en gedragsstoornissen;
– Middelen gerelateerde en verslavingsstoornissen;
– Neurocognitieve stoornissen;
– Persoonlijkheidsstoornissen
– Parafonie;
– Overige psychische stoornissen.